De ruwe huiden worden gepekeld of gekoeld aan de looierij geleverd. Goed geconserveerde huiden bepalen in grote mate de kwaliteit van het eindproduct.
De huiden worden in de week gezet en met een ontharingsmiddel behandeld. Vlees-, vetresten en andere onbruikbare stukken worden weggesneden.
In grote trommels doorlopen de huiden de verschillende processen van de looiing.
De drooggeperste huiden worden gecontroleerd en geselecteerd op hun sortering. Huiden met het minste littekens en insectenbeten worden gebruikt voor de zuiverste ledersoorten.
Het leder wordt langs de achterzijde op een gelijkmatige dikte afgeschuurd.
De nalooiing, het kleuren met anilineverf en het navetten gebeurt opnieuw in grote trommels.
Automatische pistolen spuiten een pigmentlaag op de oppervlakte van de huiden.
Controle en sortering van het afgewerkte leder.
Elke productie moet voldoen aan vooropgestelde labotesten.